doorspelen werkw. Uitspraak: [ ˈdorspelə(n) ] Afbreekpatroon: door·spe·len Vervoegingen: speelde door (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft doorgespeeld (volt.deelw.) 1) doorgaan met spelen Voorbeeld: 'De voetballers speelden nog tien minuten door.' Synoniem: ophouden 2) hier en daar een stukje spelen van (een muzi... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/doorspelen