effen bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈɛfə(n) ] Afbreekpatroon: ef·fen 1) in één kleur Voorbeeld: 'een effen blauw kostuum' Antoniem: bont Synoniem: egaal 2) zonder je gevoelens te laten zien Synoniem: mat een effen gezicht trekken () Synoniemen: egaal gelijk geslepen glad koel mat plat strak uitdrukkingsloos uni vlak... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/effen
1.glad, vlak, gelijk van oppervlak; van kledingstukken: zonder kreuken of rimpels Voorbeeld: ‘De rokken werden effen gestreken’ 2.gelijkmatig, onbewogen (van een tijdperk of toestand) (WNT) Voorbeeld: ‘Het leven van alle weekdagen herneemt zijn effene gang’ 3.nauwelijks Voorbeeld: ‘Effen is de zonne in haar pracht gesteg... Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0008.php