geleidelijk, geregeld, naarmate iets anders gebeurt of verricht wordt (VD) telkens - Voorbeeld: ‘De boerin biek wafels en gooide ze effenaan over de vloer op een bedde van stro’ - Voorbeeld: ‘Effenaan eentje dat zij in de handen voelden spartelen, was 't een getier en geschreeuw’ (ibid. 65) Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0008.php