de endemie zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: en·de·mie Verbuigingen: endemieën (meerv.) het continu voorkomen van een besmettelijke ziekte onder een bepaald deel van de bevolking, zonder dat de ziekte zich verder verspreidt Voorbeeld: 'Endemieën worden gevaarlijk als de infectie, door bijvoorbeeld besmetting van toeristen, toch terecht...
1) Heersende streekziekte 2) Heersende volksziekte 3) Het voorkomen in een beperkt gebied 4) Infectieziekte 5) Inheemse streekvolksziekte 6) Inheemse ziekte 7) Medische term 8) Onuitroeibare ziekte 9) Plaatselijk heersende ziekte 10) Plantkundige term 11) Streekgebonden ziekte 12) Volksziekte 13) Voorkomen in een beperkt gebied 1) Volksziekte 
ziekte die hardnekkig in een bepaald gebied heerst, bijvoorbeeld malaria
Constante of periodieke aanwezigheid van een ziekte in een bevolking. 
Ziekte die geregeld in een bepaalde streek voorkomt; ziekte die in een bevolking is genesteld en opflakkert wanneer de weerstand vand ie bevolking is ondermijnd, bv. griep.
[INFECTIE] een ziekte die continu aanwezig is in een populatie op een relatief vast niveau, met een nagenoeg voorspelbaar aantal gevallen en een uitgesproken lokaal karakter. Endemieën worden gevaarlijk wanneer de ziekteverwekker uit de lokale populatie ontsnapt, en in een gebied terechtkomt waar hij tot dusver onbekend was.
regelmatig voorkomen van een bepaalde ziekte in een gebied
Meestal hardnekkige, inheemse ziekte. Voorbeelden: malaria en lepra.
het aantal mensen met een nieuwe besmetting is ongeveer gelijk aan het aantal mensen dat aan de besmetting sterft of van de besmetting geneest