de energiebron zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ enɛr'ʒibrɔn ] Afbreekpatroon: ener·gie·bron Verbuigingen: energiebronnen (meerv.) iets dat energie (2) levert Voorbeeld: 'Zon en wind zijn duurzame energiebronnen.' 
1) Stroomopwekker 2) Wat energie levert 3) Iets dat energie levert 
iets dat energie levert, zoals steenkool of olie
Brandstof of hulpmiddel om machines te doen draaien zoals windkracht, aardolie, elektriciteit
Een energiebron kan zijn olie, gas, kernenergie of wind- en zonne-energie. [basiswoordenlijst groep 7]
een stof die energie bij zich draagt. Aardgas, benzine, voedsel enz.
Een natuurlijke hulpbron die zorgt voor energie: beweging of warmte.Uit een energiebron kun je warmte of energie opwekken.lets waaruit je beweging of warmte kunt opwekken.