de equipe zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ e'kip ] Afbreekpatroon: equi·pe Verbuigingen: equipes (meerv.) ploeg die deelneemt aan een sportwedstrijd Voorbeelden: 'de Nederlandse equipe roeien voor het Wereld Kampioenschap' , 'Equipes van drie spelers strijden om het Nederlands Kampioenschap.' Synoniemen: ploeg 2 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/equipe