toerusten werkw. Verbuigingen: rustte toe Verbuigingen: toegerust één of meer personen, vaar- of voertuigen e.d. voorzien van de benodigdheden voor een taak, expeditie of reis Synoniemen: equiperen uitgerust uitrusten 
1) Tuigen 2) Equiperen 3) Uitrusten 4) Aangorden 5) Uitgerust 6) Wapenen 7) Voorzien 8) Inspannen 9) Inrichten 10) Reden 11) Omgorden 
zorgen dat iemand heeft wat nodig is vb: we waren goed toegerust voor de reis Synoniem: uitrusten
EEN SCHIP TOERUSTEN: de kleine, min of meer, losse zaken, die bij het schip horen, aan boord brengen. Vergelijk: uitrusten. Zie ook: havenen.