expanderen werkw. Uitspraak: [ ɛkspɑn'derə(n) ] Afbreekpatroon: ex·pan·de·ren Vervoegingen: expandeerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is geëxpandeerd (volt.deelw.) 1) zich uitbreiden Voorbeeld: 'Ons bedrijf opent nieuwe vestigingen en expandeert naar het buitenland.' 2) (van gassen) in volume toenemen Gevonden op https://www.woorden.org/woord/expanderen
Abstract: de uiting van kinderen overnemen, uitbreiden en in een goede vorm teruggeven. Tekst: Voorbeelden van expanderen: Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10364
Uitbreiden. De uiting van een kind wordt uitgebreid. Bijvoorbeeld 'Pappa stoel pakken' wordt geëxpandeerd tot 'Pappa moet de stoel pakken'. Wanneer een infinitief of voltooid deelwoord door het kind achteraan in de zin geplaatst wordt, kan dit in de expansie het best zo gehandhaafd blijven (Van den Dungen, 2008).
Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/11148