verruimen werkw. Uitspraak: [ və'rœymə(n) ] Afbreekpatroon: ver·rui·men Vervoegingen: verruimde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft verruimd (volt.deelw.) in meer situaties laten gelden Voorbeelden: 'De minister van Veiligheid wil het cameratoezicht verruimen.' , 'verrruimde openingstijden' , 'de mogelijkheden voor het opnemen van ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/verruimen