faken werkw. Uitspraak: [ 'fekə(n) ] Afbreekpatroon: fa·ken Vervoegingen: fakete (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gefaket (volt.deelw.) namaken of nabootsen met de bedoeling echt te lijken Voorbeeld: 'vrouwen die een orgasme faken om hun partner niet teleur te stellen' Synoniemen: : voorwenden, doen alsof Zie ook: fake Gevonden op https://woorden.org/woord/faken