het festijn zelfst.naamw. Uitspraak: [ fɛs'tɛin ] Afbreekpatroon: fes·tijn Verbuigingen: festijnen (meerv.) feestelijk evenement Voorbeelden: 'Restauranthouders organiseren ieder jaar een culinair festijn voor de bevolking.' , 'cultureel festijn' Synoniemen: feest feestmaal genot partij partijtje party 2 definities...
1) Feest 2) Feestdiner 3) Feestje 4) Feestmaal 5) Feestmaaltijd 6) Gastmaal 7) Genot 8) Groot feest 9) Groots feest 10) Heerlijk maal 11) Partij 12) Partijtje 13) Party 14) Viering 1) Feest 2) Feestelijkheid 3) Feestmaal 4) Feestmaaltijd 5) Partij 6) Partijtje 7) Viering 
feest (toon de herkomst via de etymologiebank)
feest(maal)