gebroken bijv.naamw. Uitspraak: [ xəˈbrokə(n) ] Afbreekpatroon: ge·bro·ken 1) kapot, in stukken Voorbeeld: 'Het glas is gebroken.' 2) heel erg moe Voorbeeld: 'Na twee keer een 24-uursdienst draaien, ben ik gebroken.' Synoniem: uitgeput 3) met een gebroken stem (met een geëmotioneerde stem) ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/gebroken
heel erg moe vb: ik was gebroken na die reis niet meer heel, in delen uit elkaar gevallen vb: het kopje is gebroken gebroken rijm [met versregels ertussen die niet rijmen] Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=gebroken