de gelovige zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ xəˈlovəxə ] Afbreekpatroon: ge·lo·vi·ge Verbuigingen: gelovigen (meerv.) aanhanger van een bepaald geloof Voorbeeld: 'De gelovigen verlieten de moskee.' Synoniemen: aanhanger heiden (antoniem) 2 definities...
1) Aanhanger 2) Aanhanger van een bepaald geloof 3) Aanhanger van een godsdienst 4) Belijder 5) Belijder van een geloof 6) Belijder van een godsdienst 7) Christen 8) Godsdienstig mens 9) Godsdienstig persoon 10) Iemand die bij een kerk hoort 11) Religieus persoon 12) Remonstrant 1) Aanhanger 2) Belijder 3) Christen 4) Gereformeerde 5) Hindoe 6) Heilige 7) Jood 8) Katholiek 9) Mormoon 10) Puritein 11) Religieuze 12) Remonstrant 13) Roomskatholiek 14) Theist 15) Kerkganger 
1) iemand die een bepaald geloof aanhangt; aanhanger van een bepaald geloof; belijder van een godsdienst; iemand die gelovig is 2) iemand die in iets of iemand gelooft
iemand die gelovig is