
de geluksvogel zelfst.naamw. (m.) Afbreekpatroon: ge·luks·vo·gel Verbuigingen: geluksvogels (meerv.) Verbuigingen: geluksvogeltje (verkleinwoord)
iemand die onwaarschijnlijk veel geluk lijkt te hebben Voorbeeld: 'Hij is altijd al een geluksvogel geweest.' . Synoniemen: boffer bofkont goudvink mazzelaar pechvogel (antoniem) 2 definities.....
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/geluksvogel

1) Boffer 2) Bofferd 3) Bofkont 4) Iemand die altijd geluk heeft 5) Mazzelaar 6) Persoon die het meezit
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Geluksvogel/1

1) Boffer 2) Bofferd 3) Bofkont 4) Mazzelaar 5) Mazzelkont 6) Mazzelpik 7) Spekkoper 8) Zondagskind
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Geluksvogel/1

Spreekwoorden: (1914)
Een geluksvogel,d.i. iemand wien alles bijzonder meeloopt, die veel geluk heeft, een boffer, een bofkont1); hetzelfde als een gelukshans, een gelukskind, een gelukzak (Teirl. 470). Het znw. vogel moet in deze samenstelling in denzelfden zin worden opgevat als in een slimme, schrandere, gladde, stout...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.