
1.periode Voorbeeld: ‘
Willen we een getij in de beten gaan werken?’ Voorbeeld: ‘
Bij Quélin, daar zal 't een lang getij op 't zelfde gedoen zijn’ 2.elk der (vier) del en van de dag, die door een maaltijd gescheiden zijn (VD I) Voorbeeld: ‘
Het hoorde vroeger als een karaktertrek van het landschap, waar twee voetgangers el...Gevonden op
https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0010.php
Geen exacte overeenkomst gevonden.