gewaarworden werkw. Uitspraak: [ xə'warwɔrdə(n) ] Afbreekpatroon: ge·waar·wor·den Vervoegingen: werd gewaar (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: is gewaargeworden (volt.deelw.) beginnen te zien, horen, ruiken of voelenformeel Voorbeelden: 'pijn gewaarworden' , 'wat langer kijken en dan gewaarworden dat ganzen en zwanen imposa... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/gewaarworden