glad bijv.naamw. Uitspraak: [ xlɑt ] 1) als je gauw uitglijdt als je erop loopt Voorbeelden: 'gladde wegen door de vorst' , 'een tegel met een gladde en een ruwe kant' Antoniemen: stroef, ruw je op glad ijs begeven (een risico nemen) 2) vriendelijk maar onbetrouwbaar Voorbeeld: 'Pas op, die marktkoopman is een gladd...
1) Baardeloos 2) Bedaard 3) Doortrapt 4) Duidelijk 5) Effen 6) Egaal 7) Gaaf 8) Geheel 9) Gelikt 10) Gelijk 11) Geslepen 12) Gestreken 13) Gewiekst 14) Glanzig 15) Glibberig 16) Glooiloos 17) Grif 18) Helder 19) Kaal 20) Loos 21) Onbehaard 22) Onbetrouwbaar 23) Ongekreukt 24) Ongerimpeld 25) Pienter 1) Bedaard 2) Effen 3) Egaal 4) Enerlei 5) Gaaf 6) Geheel effen 7) Gelijk 8) Gelikt 9) Gemakkelijk 10) Gepolijst 11) Geslepen 12) Gestreken 13) Gewiekst 14) Gelijkmatig en effen 15) Glibberig 16) Helder 17) Helemaal 18) Helemaal ontplooid 19) Kaal 20) Niet krullen 21) Niet rimpelig 22) Niet stroef 23) Niet hobbelig 
Glad is een Engelse meisjesnaam. Het betekent `gelukkig`. Extra info: Glad, Gleda 
Een belegger zit glad als hij alle openstaande posities heeft afgebouwd en dus geen effecten meer in bezit heeft. ( > beleggen > handelsterminologie)
vlak, egaal; glibberig (toon de herkomst via de etymologiebank)
geheel en al, in alle opzichten vb: ik ben het glad vergeten Synoniemen: geheel alleszins volledig [2] helemaal
Een belegger zit glad als hij alle openstaande posities heeft afgebouwd en dus geen effecten meer in portefeuille heeft.
•egaal, met geringe ruwheid, slipperig.
egaal
[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Dat is nog al -) dat is duidelijk.
egaal
[Soldatentaal, 1914] dat is nogal glad: dat is nogal duidelijk.