harig bijv.naamw. Uitspraak: [ 'harəx ] Afbreekpatroon: ha·rig 1) die of dat bedekt is met haren Voorbeelden: 'een harig mannenbeen' , 'brandnetels hebben harige bladeren' Synoniem: behaard 2) vol met haren Voorbeeld: 'harige troep in het doucheputje' Synoniemen: behaard draderig ruig ruigharig 4 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/harig
Let op: Spelling van 1858 heet elke delfstof, waarop zich haar of draadachtige vezels bevinden, als: harig zilver, koper, enz Gevonden op http://www.dbnl.org/tekst/weil004kuns01_01/