[Let op: Spelling en uitleg uit 1890] (Germaanse mythologie) (ook heken, hekel, hakel of akel), de booze geest; vandaar ‘een hekel aan iemand hebben’, ‘akelig’, vgl. ik heb den duivel aan hem gezien. Met heke hangt samen heks. Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/beer004woor01_01/beer004woor01_01_0012.php