helpen werkw. Uitspraak: [ ˈhɛlpə(n) ] Afbreekpatroon: hel·pen Vervoegingen: hielp (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geholpen (volt.deelw.) 1) hulp geven Voorbeelden: 'iemand helpen bij de afwas' , 'iemand helpen om een probleem op te lossen' , 'iemand helpen met aankleden' Kan ik u helpen? (<dat zeggen ze tegen je in e... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/helpen