de herder zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈhɛrdər ] Afbreekpatroon: her·der Verbuigingen: herders (meerv.) 1) iemand die als beroep een kudde schapen bewaakt Voorbeeld: 'Herders komen vrijwel alleen nog in verhalen voor.' Synoniem: schaapherder 2) hondensoort Voorbeeld: 'een Duitse herder' Synoniem: herdershond S... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/herder
iemand die voor een kudde schapen zorgt vb: de herder liep met zijn schapen op de hei hond van een bepaald ras vb: die valse hond is een herder Synoniem: herdershond Gevonden op http://www.muiswerk.nl/mowb/?word=herder