de herdershond zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ 'hɛrdərshɔnt ] Afbreekpatroon: her·ders·hond Verbuigingen: herdershonden (meerv.) hond die vee drijft en bewaakt Voorbeelden: 'een herder met schapen en een herdershond' , 'Duitse, Mechelse en Hollandse herdershonden zijn geschikt als politiehond.' Synoniem: herder (2) Gevonden op https://woorden.org/woord/herdershond
hond uit een van de rassen die gefokt zijn om vee, vooral schapen te hoeden, maar die ook wel wordt gehouden als huisdier, als waakhond of als blindengeleidehond Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/herdershond
'Herdershonden' zijn honden die gefokt zijn voor het werken met vee. Als een herdershond vooral 'rond' de kudde werkt, heet dat 'hoeden'. Gevonden op https://nl.wikipedia.org/wiki/Herdershond