de herfstmaand zelfst.naamw. (v.) Afbreekpatroon: herfst·maand Verbuigingen: herfstmaanden (meerv.) Verbuigingen: herfstmaandje (verkleinwoord) 1) de negende, tiende of de elfde maand van het jaar Voorbeeld: 'September , oktober en november zijn herfstmaanden .' 2) oude naam voor de negende maand van het kalenderjaar Gevonden op https://www.woorden.org/woord/herfstmaand