de herrie zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ ˈhɛri ] Afbreekpatroon: her·rie lawaai en drukte Voorbeeld: 'Wat maakt die machine een herrie!' herrie schoppen (lastig zijn voor anderen door wanorde en lawaai te veroorzaken) 'herrie schoppen in de klas' Synoniem: donderjagen Synoniemen: commotie drukte geduvel getier hommeles kabaal lawaai ...
1) Amok 2) Boel 3) Bonje 4) Charivari 5) Drukte 6) Gedaver 7) Gedoe 8) Gedrang 9) Geduvel 10) Geraas 11) Geschreeuw 12) Getier 13) Getoeter 14) Gezanik 15) Heibel 16) Heisa 17) Hommeles 18) Kabaal 19) Keet 20) Kif 21) Kift 22) Krakeel 23) Lawaai 24) Leven 25) Misbaar 26) Onmin 27) Ophef 28) Opschudding 1) Beestenboel 2) Boel 3) Bombarie 4) Bonje 5) Burengerucht 6) Commotie 7) Drukte 8) Druk en verstorend geluid 9) Een bal schoppen 10) Enorm lawaai 11) Gedruis 12) Geduvel 13) Geluid 14) Geluidsoverlast 15) Geraas 16) Gesteggel 17) Gestommel 18) Getier 19) Groot en storend kabaal 20) Hard geluid 21) Heibel 
drukte; lawaai (toon de herkomst via de etymologiebank)
veel en onaangenaam geluid vb: het was een herrie in dat café! Synoniemen: lawaai kabaal leven [2] rumoer keet Tegenstellingen: rust stilte
•kabaal
lawaai; ruzie
lawaai