heten werkw. Uitspraak: [ 'hetə(n) ] Afbreekpatroon: he·ten Vervoegingen: heette (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft geheten (volt.deelw.) 1) de naam hebben als genoemd Voorbeelden: 'Ik heet John en hoe heet jij?' , 'een mooi restaurant in de bossen, 'Boslust' geheten' 2) welkom heten ((iemand) zeggen dat het ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/heten
1) Als naam hebben 2) Bestempelen 3) Bevelen 4) De naam dragen 5) De naam hebben 6) Een naam dragen 7) Een naam hebben 8) Gebieden 9) Genaamd zijn 10) Genoemd worden 11) Heet maken 12) Koppelwerkwoord 13) Kwalificeren 14) Luiden 15) Met een naam aanduiden 16) Naam geven 17) Nadrukkelijk verklaren 18) Noemen Gevonden op https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Heten/1