het hoogseizoen zelfst.naamw. Uitspraak: [ ˈhoxsɛizun ] Afbreekpatroon: hoog·sei·zoen Verbuigingen: hoogseizoenen (meerv.) drukke periode in het jaar Voorbeeld: 'De kerstperiode is hoogseizoen voor de hotels en de prijzen zijn dan hoger.' Antoniem: laagseizoen 5 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/hoogseizoen
High season. De periode waarin voor een bepaald oord-geografisch gebied het hoogste aantal reizigers-bezoekers te verwachten is; in de luchtvaart code H Gevonden op https://www.encyclo.nl/lokaal/10965