inbreken werkw. Uitspraak: [ ˈɪmbrekə(n) ] Afbreekpatroon: in·bre·ken Vervoegingen: brak in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingebroken (volt.deelw.) ergens naar binnen gaan om te stelen Voorbeeld: 'Ondanks de tralies is er weer ingebroken bij de juwelier.' Synoniem: een kraak zetten Synoniemen: beroven een kraak zetten kraken 4...
1) Beroven 2) Binnenbreken 3) Een kraak zetten 4) Inbraak doen 5) Kraken 6) Kraken van huizen 7) Sabberen 8) Sabberen (volkstaal) 9) Toegang verschaffen 10) Wederrechtelijk gebruik maken 11) Wederrechtelijk gebruikmaken 12) Zich met geweld toegang verschaffen 1) Beroven 2) Kraken 3) Sabberen 
iets openbreken en vervolgens naar binnen gaan en stelen vb: hij zit in de gevangenis want hij heeft ingebroken
(kraken) Kraken is het ongeoorloofd inbreken in computers. Het is vooral een veelgebruikte methode voor het raden van wachtwoorden.
• [inerg] zich met geweld een toegang verschaffen. •tweede betekenisomschrijving. •enz.
het zich met de schijfsnijkop van een bodemschijfcutter ingraven in de te verwijderen bodemlaag.