
inkorten werkw. Uitspraak: [ ɪnkɔrtə(n) ] Afbreekpatroon: in·kor·ten Vervoegingen: kortte in (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft ingekort (volt.deelw.)
korter maken Voorbeelden: 'een jurk inkorten' , 'een toespraak inkorten' Synoniemen: bekorten knippen korten korter maken snoeien toppen verkorten
Gevonden op
https://woorden.org/woord/inkorten

1) Gorden 2) Beknotten 3) Verminderen 4) Knotten 5) Innemen 6) Insnijden 7) Verkorten 8) Snoeien 9) Besnoeien 10) Knippen 11) Beperken 12) Bekorten 13) Toppen 14) Korter maken 15) Kleiner maken 16) Couperen
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Inkorten/1

1> van een schip : ongeveer uit het midden van een schip, een stuk weghalen en daarna beide delen weer aan elkaar lassen. 2> van een mast : van de onderzijde een stuk afhalen. 3> het belaste gedeelte van een touw, staaldraad of ketting, door hieuwen, inpalmen of het gebruik van inkorthaken, klauwen of knopen, een stukje korter maken. 4> een touw......
Gevonden op
https://www.binnenvaarttaal.nl/zoek.php?woord=inkorten
Geen exacte overeenkomst gevonden.