inpeperen werkw. Afbreekpatroon: in·pe·pe·ren Verbuigingen: peperde in Vervoegingen: ingepeperd (volt.deelw.) 1) bestrooien van voedingsmiddelen met peper Voorbeeld: 'Heb je het hamlapje al ingepeperd?' 2) (bij een discussie) iemand de les lezen. 3) iemand ergens voor bestraffen Voorbeeld: 'Hij hee...
1) Beduiden 2) Betaald zetten 3) Duidelijk maken 4) Inpoeieren 5) Inwrijven 6) Laten bezuren 7) Met sneeuw inwrijven 8) Nadrukkelijk inprenten 1) Inwrijven 
betaald zetten (toon de herkomst via de etymologiebank)
• [ov] bestrooien van voedingsmiddelen met peper. •(bij een discussie) iemand de les lezen. • [ditr] iemand ergens voor bestraffen.
betaald zetten