de insluiper zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈɪnslœypər ] Afbreekpatroon: in·slui·per Verbuigingen: insluipers (meerv.) iemand die ergens zonder in te breken binnendringt om te stelen Voorbeeld: 'opeens een insluiper in je huis aantreffen' Synoniemen: binnendringer indringer 1 definitie... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/insluiper