jammer bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈjɑmər ] Afbreekpatroon: jam·mer <je zegt dit woord als je teleurgesteld bent> Voorbeelden: 'het jammer vinden dat het feestje niet doorgaat' , 'Ik kom toch maar niet naar je toe. Oh, wat jammer.' Synoniem: spijtig Synoniemen: betreurenswaardig erg helaas jammer genoeg jammerlijk onbevredigend ont... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/jammer
waar je je een beetje over beklaagt vb: het is jammer dat ik gezakt ben, maar volgende keer beter! het is jammer dat je niet mee kunt [het spijt ons een beetje] jammer voor je [je hebt pech gehad] jammer genoeg [helaas] Gevonden op https://mowb.muiswerken.nl/
•"gewoonlijk alleen predicatief" iets teleurstellends, spijtigs •een uitroep van teleurstelling. •spottend, schijnheilig. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/jammer