jammer bijv.naamw. Uitspraak: [ ˈjɑmər ] Afbreekpatroon: jam·mer <je zegt dit woord als je teleurgesteld bent> Voorbeelden: 'het jammer vinden dat het feestje niet doorgaat' , 'Ik kom toch maar niet naar je toe. Oh, wat jammer.' Synoniem: spijtig Synoniemen: betreurenswaardig erg helaas jammer genoeg jammerlijk onbevredigend onto... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/jammer
•"gewoonlijk alleen predicatief" iets teleurstellends, spijtigs •een uitroep van teleurstelling. •spottend, schijnheilig. Gevonden op https://nl.wiktionary.org/wiki/jammer