
de kaneelstok zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ka'nelstɔk ] Afbreekpatroon: ka·neel·stok Verbuigingen: kaneelstokken (meerv.)
1) staafvormig stuk snoepgoed met kaneelsmaak Voorbeeld: 'een zuurstok en een kaneelstok kopen op de kermis'
2) opgekruld stuk bast van de kaneelstruik Voorbeeld: 'laten trekken met een kane...
Gevonden op
https://www.woorden.org/woord/kaneelstok

1) Kermislekkernij 2) Ouderwetse lekkernij 3) Snoep 4) Snoepgoed 5) Stukje pijpkaneel
Gevonden op
https://www.mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Kaneelstok/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.