de kano zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ ˈkano ] Afbreekpatroon: ka·no Verbuigingen: kano's (meerv.) 1) lange smalle boot die je met een peddel vooruit beweegt Voorbeeld: 'Canadese kano' 2) lange smalle koek met de smaak van amandel Voorbeeld: 'in de kantine een kano kopen' Synoniemen: bootje 7 definities...
1) Amandelgebakje 2) Amandelkoek 3) Boot 4) Bootje 5) Canadees 6) Gebak 7) Gebakje 8) Gevulde koek 9) Kajak 10) Klein houten vaartuig 11) Klein vaartuig 12) Kleine roeiboot 13) Koek 14) Koekje 15) Lang smal vaartuig 16) Langwerpig zandgebakje 17) Langwerpige koek 18) Lekkernij 19) Licht bootje 20) Licht roeivaartuig 1) Bootje 2) Kajak 3) Korjaal 4) Prauw 5) Vaartuig 6) Zandgebakje 
Kano is een Japanse jongensnaam. Het betekent `Water God`.
smal bootje (toon de herkomst via de etymologiebank)
lange smalle boot die je met een peddel voortbeweegt vb: dit ondiepe water is alleen geschikt voor kano's
bootje
bootje
Wijdvertakte Japanse schilderfamilie die een school vormde met ruim 1000 schilders. De familie beheerste het ambtelijke Japanse kunstleven van de 17de-19de eeuw. Stichter was Kano Masanoboe (1434-1530). Zijn zoon Motonoboe (1476-1559) was echter een belangrijker kunstenaar. Deze interpreteerde de Chin...
Het handelscentrum van Noord-Nigeria het ligt op belangrijke internationale handelsroutes
(Schoonebeek 1900 - Nordhorn 1960) Ambtenaar, verzekeringsagent en schrijver. 
Te gebruiken voor de lichtgebouwde, slanke open vaartuigen met weinig diepgang, die peddelend, niet roeiend, worden voortbewogen en meestal voor en achter gelijk zijn; kunnen zeilen hebben