
kansloos bijv.naamw. Uitspraak: [ 'kɑnslos ] Afbreekpatroon: kans·loos
zonder kans op succes of overwinning Voorbeeld: 'De veteranen waren kansloos tegen het eerste jeugdelftal.' Antoniem: kansrijk Synoniemen: hopeloos uitzichtloos Intensiveringen
Uitdrukkingen die kansloos betekenen (waarin het woord zelf niet voorkomt): aan de ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/kansloos

1) Hopeloos 2) Zonder mogelijkheid om te winnen 3) Zonder mogelijkheden 4) Niet meer te redden 5) Niet te halen 6) Zonder kans 7) Uitzichtloos
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Kansloos/1
Geen exacte overeenkomst gevonden.