kapen werkw. Uitspraak: [ ˈkapə(n) ] Afbreekpatroon: ka·pen Vervoegingen: kaapte (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekaapt (volt.deelw.) (een voertuig) met geweld in je macht nemen en de inzittenden gijzelen, om je doel te bereiken Voorbeeld: 'Er is een vliegtuig met 200 passagiers gekaapt. De kapers eisen vrijlating van hun gevang... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kapen