kegelen werkw. Uitspraak: [ 'kexələ(n) ] Afbreekpatroon: ke·ge·len Vervoegingen: kegelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekegeld (volt.deelw.) 1) een spel spelen waarbij houten kegels (1) met een bal omvergeworpen moeten worden 2) gooien Voorbeeld: 'uit een discotheek gekegeld worden' Spreekwoorden en ze... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kegelen