de geloofwaardigheid zelfst.naamw. (v.) Uitspraak: [ xəlof'wardəxhɛit ] Afbreekpatroon: ge·loof·waar·dig·heid toestand of eigenschap dat iets of iemand betrouwbaar is Voorbeeld: 'Frauderende onderzoekers tasten de geloofwaardigheid van de wetenschap aan.' je geloofwaardigheid verliezen (het vertrouwen verliezen) 'banken die door de ...
1) Authenticiteit 2) Betrouwbaarheid 3) Krediet 
het waard zijn om geloofd te worden; het geloven waard zijn; het geloofwaardig zijn; aannemelijkheid; betrouwbaarheid iets wat geloofwaardig is, bijvoorbeeld een bewering
Geloofwaardigheid geeft aan in hoeverre een persoon of een argument in een bepaald dispuut betrouwbaar is.
•de mate waarin iets of iemand verdient geloofd te worden.