de kiek zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: kieken Verbuigingen: kiekje een fotografische opname Synoniemen: foto 
1) Mosterd 2) Plant 3) Herik 4) Wilde radijs 5) Korte bemonstering 6) Bliksemschicht 7) Momentopname 8) Amateurfoto 9) Snel oog 10) Spoedige blik 11) Snel overzicht 12) Snel overzichtje 13) Snelle blik 14) Vlugge inspectie 15) Vlugge kijk 16) Foto 17) Rappe bemonstering 18) Fotootje 
foto die wordt gemaakt van een doorgaans informele, alledaagse situatie; amateurfoto; fotootje; gelegenheidsfoto; kiekje; snapshot Vernoemd naar de Nederlandse fotograaf Israël David Kiek (1811-1899). kip; kieken; kuiken
uitdr.: Voorbeeld: ‘iemand in de kiek houden’: bespieden, in 't oog houde - Voorbeeld: ‘'t Zijn smeerlappen van boswachters - zij hielden Sissen al een hele tijd in de kiek! en nu hebben ze 't hem gelapt’ (Dorpslucht I 220)
Een amateur foto.
domme vrouw (toon de herkomst via de etymologiebank)
afbeelding die gemaakt is met een camera vb: heb je dat grappige kiekje gezien? Synoniem: foto
amateurfoto