
de kik zelfst.naamw. (m.) Uitspraak: [ kɪk ]
geen kik geven (geen enkel geluid maken) 'Het kind kreeg een prik, maar het gaf geen kik.'
Gevonden op
https://woorden.org/woord/kik

1) Zwak geluid 2) Geluidje 3) Zeer zwak geluid 4) Keelgeluid 5) Geluid 6) Klein geluid 7) Zacht keelgeluid 8) Licht gerucht 9) Praats 10) Zwak geluidje 11) Flauw 12) Flauw geluid 13) Zwak keelgeluid 14) Flauw keelgeluid
Gevonden op
https://mijnwoordenboek.nl/puzzelwoordenboek/Kik/1

klein, flauw geluid uitdr.: Voorbeeld: ‘
geen kik weten van’: niet het minste, in het geheel niets - Voorbeeld: ‘
Dat Brugge buiten het Etappengebied gelegen was en tot het Marine- of Kustgebied behoorde, daar wist ik heus geen kik van’
Gevonden op
https://dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php

Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10689

Spreekwoorden: (1914)
Geen kik laten (of geven).Dat is: geen geluid geven, niets zeggen; ook: kik noch mik zeggen. In de 18<sup>de<-sup> eeuw vrij gewoon, terwijl het wkw. kicken (nhd. kickern naast kichern) reeds in de middeleeuwen voorkomt, ook in de uitdr. kicken no micken, dat thans in Zuid-Nederland nog ...
Gevonden op
https://encyclo.nl/lokaal/10778

klein, flauw geluid (toon de herkomst via de etymologiebank)
Gevonden op
https://etymologiebank.nl/trefwoord/kik
heel zwak geluid dat iemand maakt vb: als ik maar één kik hoor, krijgen jullie straf
geen kik geven
[niets laten horen]Gevonden op
https://mowb.muiswerken.nl/
Geen exacte overeenkomst gevonden.