kloven, splijten - Voorbeeld: ‘Ze stonden nu, met ingehouden asem, te kijken op de boom die zo vreselijk gekloven was’ - Voorbeeld: ‘Ze kloof en klopte neven hen, op de grond aan planken voor een doodkistje’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php