koelen werkw. Uitspraak: [ 'kulə(n) ] Afbreekpatroon: koe·len Vervoegingen: koelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekoeld (volt.deelw.) 1) zorgen dat de temperatuur lager wordt Voorbeeld: 'Er stroomt voortdurend water door het bassin om de splijtstaven in de kerncentrale te koelen.' 2) je woede koelen op ... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/koelen