de koet zelfst.naamw. (m.) Verbuigingen: koeten (meerv.) Verbuigingen: koetje (verkleinwoord) geslacht van watervogels, of afkorting voor meerkoet . Spreekwoorden en zegswijzen • zijn koet jes op het droge hebben (=genoeg (geld) hebben voor de rest van het leven) • uit de koet s va...
1) Kraanvogelachtige 2) Lafaard 3) Meerkol 4) Ralvogel 5) Steltvogel 6) Vogel 7) Watervogel 8) Zwemvogel 1) Lafaard 2) Meerkoet 
zwemvogel Fulica atra (toon de herkomst via de etymologiebank)
zwarte watervogel met een witte snavel en wit voorhoofdsschild die voorkomt in Europa, waaronder Nederland en België, Noord-Afrika, Azië en Australië, waar hij leeft in en op het water van sloten, grachten, vijvers en meren waar hij een nest bouwt van riet, waterplanten en drijvend afval; meerkoet
ralvogel
ralvogel