de koets zelfst.naamw. (m./v.) Uitspraak: [ kuts ] Verbuigingen: koetsen (meerv.) wagen voor personenvervoer die door een of meer paarden wordt getrokken Voorbeeld: 'trouwkoets' Synoniem: rijtuig Synoniemen: karos rijtuig Spreekwoorden en zegswijzen • uit de koets vallen (=ontnuchterd worden) • uit de 
1) Voertuig met paarden 2) Bespannen voertuig 3) Vervoermiddel getrokken door paarden 4) Vervoermiddel 5) Landauer 6) Gesloten rijtuig 7) Gesloten voertuig 8) Getrokken voertuig 9) Voertuig 10) Paard en wagen 11) Bedstee 12) Bed 13) Bedsponde 14) Bakslede 15) Coach 16) Kales 17) Kar 18) Karos 19) Vierwieler 
rijtuig
bed (toon de herkomst via de etymologiebank)
dicht rijtuig dat getrokken wordt door paarden vb: de koning reed in de gouden koets
kar, wagen, rijtuig in vele soorten en maten
Een koets is een twee- of vierwielig rijtuig met een vaste of opklapbare kap, getrokken door een of meer trekdieren. (Wikipedia)
rijtuig
Een koets is een voertuig getrokken door een of meer paarden. Inmiddels geheel vervangen door de auto. Alleen bij bijzondere gelegenheden, zoals Prinsjesdag , worden de koetsen uit de stal gehaald. Ook kun je op veel plekken, bijvoorbeeld op de Veluwe, leuke ritjes maken in een koets. Een koets is dus iets bijzonders en een toeristisch voertuig gew...
oud(?) Vlaams voor de kooi (met deuren?) aan boord van een schip . Genoemd in: Orbis in orbem: liber amicorum John Everaert Door Jan Parmentier. Via Google books. Daar omschreven als `bedstee` .
Te gebruiken voor gesloten rijtuigen met vier wielen die worden gekenmerkt door daken met vaste pilaren, een kast in een ophanging en twee dwars geplaatste banken die tegenover elkaar zijn geplaatst en die plaats bieden aan vier tot zes passagiers; ontworpen in Hongarije halverwege de 15e eeuw