kokkerellen werkw. Uitspraak: [ kɔkə'rɛlə(n) ] Afbreekpatroon: kok·ke·rel·len Vervoegingen: kokkerelde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gekokkereld (volt.deelw.) als amateur met enthousiasme koken (3) informeel Voorbeeld: 'De dames hadden tijdens het kokkerellen besloten dat de heren de vaat mochten doen.' Synonie... Gevonden op https://woorden.org/woord/kokkerellen