het koophuis zelfst.naamw. Afbreekpatroon: koop·huis Verbuigingen: koophuizen (meerv.) Verbuigingen: koophuisje (verkleinwoord) huis dat door de bewoners gekocht is Voorbeeld: 'Je bent eigenlijk pas huiseigenaar van je koophuis als de hypotheek is afgelost.' . 1 definitie...
1) Eigen woning 2) Koopwoning 
woonhuis dat door de bewoner aangekocht is of dat bestemd is om door eventuele bewoners aangekocht te worden; woonhuis in eigendom; koopwoning