kortom bijwoord Uitspraak: [ ˈkɔrtɔm ] Afbreekpatroon: kort·om beknopt gezegd Voorbeeld: 'Kortom, we houden ermee op.' 
1) In het kort gezegd 2) Welnu 3) Bijwoord 4) Enfin even aan de wandel 5) Zonder omhaal 6) Al met al 7) In het kort 8) In een woord 9) Samenvattend 10) Afijn 11) Kort gezegd 12) Kortgezegd 13) Om het kort te zeggen 14) Om kort te gaan 15) Somma 16) Enfin 
bijwoord van modaliteit: om kort te gaan
bijwoord van modaliteit: om kort te gaan (toon de herkomst via de etymologiebank)
kort gezegd vb: kortom, we hebben er genoeg van
•samenvattend (+audio)
om kort te gaan
Kortom is om kort te gaan, samengevat. [basiswoordenlijst groep 6]