het kot zelfst.naamw. Uitspraak: [ kɔt ] 1) studentenkamer Verbuigingen: kot - en (meerv.) Voorbeeld: 'Ze studeert in Leuven, maar zit op kot in Brussel.' 2) eenvoudig hutje of schuurtje Verbuigingen: kot - ten (meerv.) Voorbeeld: 'De hond lag in een vochtig, houten kot achter in de tuin.' Synoniemen: armoedige woni... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/kot
1) kleine en al dan niet afgesloten ruimte in of bij het huis waarin een of meerdere dieren, vooral honden, duiven, pluimvee of kleinvee zoals varkens worden gehouden; ook: afgesloten verblijfplaats voor dieren in gevangenschap in een dierentuin, een circus e.d.; dierenhok; hok; kooi 2) kleine afgeperkte ruimte binnen of buiten het h... Gevonden op https://anw.ivdnt.org/article/kot
uitdr.: Voorbeeld: ‘kot houden’: lawaai maken - Voorbeeld: ‘Toen waren ze drie struise jonkheden in de bloei van hun macht; (...) ze hielden er een kot dat de mensen het hoorden drie straten ver’ Gevonden op https://www.dbnl.org/tekst/leme001taal02_01/leme001taal02_01_0014.php