I krommen werkw. Verbuigingen: kromde Verbuigingen: gekromd krom maken II krommen werkw. Verbuigingen: kromde zich Verbuigingen: heeft zich gekromd 'zich krommen' bochtig zijn Synoniemen: buigen krom buigen welven Spreekwoorden en zegswijzen • je onder het juk der dwingelandij krommen (=onderworpen zij...
1) Welven 2) Vooroverbuigen 3) Schenden 4) Ronding geven 5) Buigen 6) Onderwerpen 7) Kronkelen 8) Krom worden 
het krom maken vb: de kat kromt zijn rug
•"zich ~" bochtig zijn.
buigen
Krommen is buigen, krom worden. [basiswoordenlijst groep 5]
Lijnen met een locus die kunnen worden gevormd door een bewegende punt, waarbij de richting van de beweging continu verandert of afwijkt van een rechte lijn. Een gesloten kromme is een pad dat zichzelf herhaalt en daardoor een of meer gebieden omsluit; eenvoudige voorbeelden zijn cirkels, ellipsen en polygonen. Open krommen zoals parabolen, hyperbo...