lammeren werkw. Uitspraak: [ 'lɑmərə(n) ] Afbreekpatroon: lam·me·ren Vervoegingen: lammerde (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gelammerd (volt.deelw.) (van een schaap) bevallen van een of meer lammetjes 5 definities... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/lammeren