lastigvallen werkw. Uitspraak: [ 'lɑstəxfɑlə(n) ] Afbreekpatroon: las·tig·val·len Vervoegingen: viel lastig (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft lastiggevallen (volt.deelw.) 1) ongevraagd iemands aandacht trekken Voorbeeld: 'Mag ik u even lastigvallen met een vraag?' Synoniem: storen 2) (iemand) opdringerig aan... Gevonden op https://www.woorden.org/woord/lastigvallen